Het tabblad Settings (Instellingen)
Met behulp van dit tabblad kunt u de printer configureren vanaf de computer. Als u een
netwerkprinter gebruikt, moet u altijd contact opnemen met de printerbeheerder voordat u de
instellingen op dit tabblad wijzigt.
Het tabblad Settings (Instellingen) bevat de volgende pagina’s.
●
Device Information (Apparaatinformatie). Algemene gegevens over de printer bekijken
en wijzigen.
●
Paper Handling (Papierverwerking). Weergeven en wijzigen van instellingen voor de
invoerlade van de printer.
●
Printing (Afdrukken). Weergeven en wijzigen van de standaardinstellingen voor
afdrukopdrachten.
●
PCL. Weergeven en wijzigen van informatie over het PCL-lettertype.
●
PostScript. Weergeven en wijzigen van instellingen voor PS-fouten en time-out.
●
Print Quality (Afdrukkwaliteit). Weergeven en wijzigen van de instellingen voor
afdrukkwaliteit.
●
Print Modes (Afdrukmodi). Weergeven en wijzigen van de afdrukmodi voor diverse
afdrukmaterialen.
●
System Setup (Systeeminstellingen). Weergeven en wijzigen van systeeminstellingen.
●
I/O. Weergeven en wijzigen van de instelling voor de I/O-time-out.
●
Service. Servicetaken op de printer uitvoeren, zoals de standaardinstellingen van alle
printerinstellingen herstellen.
36
Hoofdstuk 3 De printer beheren
NLWW